Wil je weten hoeveel zonnepanelen je nodig hebt voor jouw woning? Dan ben je hier op de juiste plek! Op deze pagina lees je stap voor stap hoe je bepaalt hoeveel zonnepanelen je nodig hebt, welke factoren daarbij een rol spelen en hoe je de beste keuze maakt.
Wat(t) telt
Je zou denken: dakoppervlakte en jaarlijkse energieverbruik is alles wat ik moet weten om te berekenen hoeveel zonnepanelen ik nodig heb. Maar zo eenvoudig is het niet. Er zijn een paar factoren die invloed hebben op het aantal zonnepanelen die straks jouw energie gaan opwekken. De belangrijkste zijn:
Het begint met je huidige verbruik. Hoeveel stroom verbruik je per jaar? Dit staat op je energierekening in kilowattuur (kWh).
Maar: vooruit denken is hier slim! Verwacht je in de toekomst meer stroom te verbruiken, omdat je bijvoorbeeld van plan bent een warmtepomp aan te schaffen, hou hier dan al rekening mee bij het plaatsen van je panelen. Later extra panelen bijplaatsen kan, vanwege de installatiekosten, minder interessant zijn dan direct je dak vol leggen.
Waar je rekening mee kan houden:
Het vermogen van een zonnepaneel (bijvoorbeeld 435 Wp) staat gelijk aan een maximale stroomopbrengst van 435 kWh per jaar (in ideale omstandigheden).
Gemiddeld heeft een zonnepaneel een vermogen tussen de 350 en 450 wattpiek (Wp). In Nederland levert een zonnepaneel ongeveer 90% van zijn Wp-waarde aan elektriciteit per jaar.
Zonnepanelen worden getest in constante laboratoriumcondities en dit is dus niet gelijk aan de realiteit. De opbrengst van zonnepanelen is elke dag (zelfs elk uur) verschillend. Dit heeft te maken met het weer (aantal zonuren per dag), de oriëntatie en hellingshoek van je dak en of er schaduw op je panelen valt. Naarmate je zonnepanelen ouder worden, gaat de opbrengst ook een klein beetje achteruit.
De zon komt op in het oosten, staat ‘s middags in het zuiden en gaat in het westen onder. Een dak op het zuiden ligt het grootste gedeelte van de dag in de zon en is logischerwijs het meest geschikt. Zonnepanelen op een dak gericht op het noorden kan, maar zullen een langere terugverdientijd hebben. Wist je dat er ook veel afhangt van de hellingshoek van het paneel en hoe de zon erop instraalt?
Zoals we dus al zeiden hebben zonnepanelen verschillende vermogens, uitgedrukt in wattpiek (Wp). Dit is de maximale energie die ze opwekken onder ideale omstandigheden in het testcentrum. In de realiteit wekken ze minder op:
In Nederland is de energieopwekking optimaal als het zonnepaneel op een zuidelijk georiënteerd dak met een hellingshoek van 35 graden ligt.
Zonnepanelen rendement en oriëntatie van dak
Voorbeeld:
In Nederland levert 1 Wp jaarlijks zo’n 0,90 kWh elektriciteit op bij een ideale ligging. Dit houdt in: de zonnepanelen zijn gericht op het zuiden en hebben een hellingshoek van ongeveer 35 graden. Een paneel met een vermogen van 425 Wp levert dus ongeveer 425 x 0,90 kWh = 382,5 kWh per jaar op (het maximale wat een paneel kan opleveren). Bij andere windrichtingen of hellingshoek is het iets lager.
Goed om te weten: in onze zonnepanelen scan nemen we de hellingshoek en ligging van je dak al mee in de berekeningen.
De zon mag dan de hele dag schijnen, maar als er door bomen, schoorstenen of dakkapellen schaduw valt op je zonnepanelen, heeft dit ook invloed op de opbrengst. Met de juiste omvormer hoeft het geen probleem te zijn als je panelen een gedeelte van de dag in de schaduw liggen. Maar wel goed om je bomen regelmatig bij te snoeien ;-)
Zonnepanelen wekken gelijkstroom (DC) op, maar je woning gebruikt wisselstroom (AC). De omvormer zet deze stroom om en speelt een cruciale rol in je zonnepanelensysteem.
Vind het ideale aantal zonnepanelen!
Stel, je verbruikt 2.500 kWh per jaar. Dan heb je nodig:
7-8 panelen van 400 Wp, want 1 paneel van 400 Wp wekt ongeveer 360 kWh per jaar op.
2.500 kWh ÷ 360 kWh = 7-8 panelen.
Hiermee is geen rekening gehouden met de oriëntatie en hellingshoek van het dak en eventuele schaduwwerking.
Weten hoeveel zonnepanelen jij nodig hebt?
Als je 3.000 kWh per jaar verbruikt heb je 9 panelen van 400 Wp nodig, want 1 paneel van 400 Wp wekt ongeveer 360 kWh per jaar op.
3.000 kWh ÷ 360 kWh = 9 panelen.
Hiermee is geen rekening gehouden met de oriëntatie en hellingshoek van het dak en eventuele schaduwwerking.
Met een verbruik van 3.500 kWh per jaar is de rekensom als volgt:
3.500 kWh ÷ 360 kWh = 9,7 panelen.
Afgrond naar boven geeft dat 10-11 panelen van 400 Wp, want 1 paneel van 400 Wp wekt ongeveer 360 kWh per jaar op.
Hiermee is geen rekening gehouden met de oriëntatie en hellingshoek van het dak en eventuele schaduwwerking.
Tabel indicatie jaarverbruik per huishoudgrootte
Jaarverbruik (kWh) | Benodigd aantal zonnepanelen (400 Wp) | Huishoudgrootte |
---|---|---|
2000 kWh | 6 panelen | 1 persoon |
2500 kWh | 7-8 panelen | 2 personen |
3500 kWh | 10-11 panelen | 3 personen |
4500 kWh | 13-14 panelen | 4 personen |
6000 kWh | 17-18 panelen | 5 personen |
Disclaimer: het verbruik hangt sterk af van de isolatie van je woning en de energiebesparingsmaatregelen die je al hebt genomen. Kijk voor je jaarverbruik op je eindafrekening van je energieleverancier.
Past perfect: ontdek hoeveel zonnepanelen erop kunnen
De vraag waar het allemaal mee begint: hoeveel zonnepanelen passen er op mijn dak? Je mag dan bijvoorbeeld 15 panelen nodig hebben voor je verbruik, maar het moet wel passen. Gemiddeld is een paneel 115 bij 175 centimeter groot. Daarnaast moet je dak volledig vrij zijn. Je kan dus geen zonnepaneel leggen op plekken met ramen, pijpen of andere obstakels. Omdat je hier ook rekening moet houden met een marge tot de nok, afstand tot de dakgoot en afstand tussen panelen onderling, is het beter deze berekening aan de installateur over te laten. Hij kan met speciale software de exacte opbrengst en plaatsing berekenen.
We zijn er voor je
Twijfel je of je dak klaar is voor zonnepanelen? Geen zorgen! Wij adviseren je graag. Zo weet je zeker dat je optimaal voordeel haalt uit je zonne-energie.
In welke fase zit mijn huis?
Je meterkast speelt een cruciale rol bij het verdelen van stroom in je huis en beschermt je installaties tegen overbelasting en kortsluiting. Zeker als je zonnepanelen gaat plaatsen is het belangrijk om te weten of je meterkast daar klaar voor is en hoeveel panelen je erop kunt aansluiten.
In Nederland zijn er twee veelvoorkomende soorten meterkasten: de 1-fase groepenkast en de 3-fase groepenkast. Het type en de capaciteit van je meterkast bepalen hoeveel zonnepanelen je veilig kunt aansluiten en of er aanpassingen nodig zijn.
Een 1-fase groepenkast komt vooral voor in woningen met een gemiddelde stroombehoefte. Dit type meterkast kan een 1-fase omvormer aan, waarmee je doorgaans tot 3,68 kW aan zonnepanelen kunt installeren. Dit staat gelijk aan zo’n 10 tot 12 zonnepanelen, afhankelijk van het vermogen per paneel.
Wil je méér panelen plaatsen? Dan kan het nodig zijn om je meterkast te laten verzwaren naar een 3-fase aansluiting.
Een 3-fase groepenkast is ideaal voor woningen met een hogere stroombehoefte, bijvoorbeeld als je elektrisch kookt, een warmtepomp hebt of een elektrische auto oplaadt.
Met een 3-fase omvormer kun je een groter zonnepanelensysteem aansluiten, met een vermogen tot wel 11 kW of meer. Dit komt neer op ongeveer 30 tot 40 zonnepanelen, afhankelijk van het type paneel.
Zon in zicht?
De manier waarop je bepaalt hoeveel zonnepanelen je nodig hebt, kan in de toekomst veranderen. Steeds meer energieleveranciers brengen kosten in rekening voor het terugleveren van stroom, en vanaf 2027 wordt de salderingsregeling volledig afgeschaft. Dit betekent dat je vanaf dat moment alleen nog een terugleververgoeding ontvangt voor de stroom die je niet direct zelf verbruikt.
Door deze veranderingen ziet de berekening voor het ideale aantal zonnepanelen er anders uit. Naast de grootte van je dak en je huidige stroomverbruik spelen de volgende factoren een steeds grotere rol:
Wil je het maximale uit je zonnepanelen halen? Dan loont het om nu alvast na te denken over slimme oplossingen, zoals thuisbatterijen of het beter afstemmen van je stroomverbruik op je opwekking.
HomeQgo maakt het kiezen van zonnepanelen makkelijk:
Ja, dat kan. Als je méér stroom opwekt dan je verbruikt, levert dat financieel niet altijd voordeel op. Vanaf 2027 wordt de salderingsregeling afgeschaft, waardoor je zelf opgewekte elektriciteit die je teruglevert aan het stroomnet, niet meer mag verrekenen met je verbruik. Je krijgt wel een terugleververgoeding, maar die is lager dan wat je betaalt voor afgenomen stroom. Tot 2030 moet deze vergoeding minimaal 50% van het kale leveringstarief zijn. Daarnaast heeft je meterkast een maximale capaciteit. Een 1-fase aansluiting kan meestal tot 10-12 panelen aan. Wil je meer? Dan is een 3-fase aansluiting of een aanpassing van je meterkast nodig.
Slimmer alternatief: Stem je verbruik beter af op je opwekking, overweeg een thuisbatterij, of gebruik je zonne-energie voor een warmtepomp of elektrische auto.
Dat hangt af van het verbruik van je auto, hoeveel kilometers je jaarlijks maakt en hoeveel je paneel gemiddeld per jaar oplevert. Bijvoorbeeld:
Verbruik auto | Jaarlijks aantal km | Rendement 1 zonnepaneel van 400 Wp/jaar |
---|---|---|
15 kWh / 100 km | 10.000 | 360 kWh |
Als je auto 15 kWh per 100 kilometer verbruikt, heb je dus 1500 kWh nodig om je auto gedurende dat jaar van stroom te voorzien. (10.000 km : 100 km x 15 kWh = 1500 kWh). 1500 kWh : 360 kWh = 4,1 zonnepaneel. Afgerond naar boven, heb je vijf zonnepanelen nodig om je auto een jaar lang van stroom te voorzien.
Afhankelijk van je jaarlijks verbruik, kan je berekenen hoeveel zonnepanelen je nodig hebt. Hou er rekening mee dat het vermogen van een zonnepaneel gelijk staat aan de maximale stroomopbrengst in ideale omstandigheden. Een paneel van 400Wp wekt ongeveer 360 kWh op. Als we er van uitgaan dat je 2500 kWh verbruikt met 2 personen, heb je dus 7-8 panelen nodig (6,9 ruim naar boven afgerond).
Jaarverbruik (kWh) | Benodigd aantal zonnepanelen (400 Wp) | Huishoudgrootte |
---|---|---|
2.500 kWh | 7-8 panelen | 2 personen |